Shavu’ot (Wekenfeest) – Pinksterfeest.
Shavu’ot valt precies samen met het Pinksterfeest in het jaar waarin Israël 70 jaar bestaat: 2018.
In Lev. 23 vanaf vers 9 lezen we dat op het Eerstelingenfeest, de dag na de Sabbat, tijdens het Pesach-feest, de eerste schoof aan de Heer moet worden gewijd. Op dit feest, ook wel Omer Résjiet (= eerste omer) genoemd moet de omertelling beginnen, 50 dagen lang. Na 7 weken, op die vijftigste dag, in het Grieks Pentecoste, is het Wekenfeest (Lev. 23:15-21).
Dan moet het het eerste graanoffer aan de Heer worden opgedragen. Het eerste van de oogst is dus binnengehaald. Daarvan wordt de Heer een offer gebracht van het beste van de oogst en de jonge dieren. Aan het eind van dit bijbelgedeelte volgt: ‘Jullie moeten die dag als heilige dag samen vieren en mogen dan niet werken. Dit voorschrift blijft voor jullie voor altijd van kracht, generatie na generatie, waar je ook woont.’
‘Ga bij het binnenhalen van de oogst niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God.’ (vers 21-22). Dus de opdracht tot het binnenhalen van de hele oogst.
Hier zien we de overeenkomst met het Pinksterfeest: Hand. 2:1: Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak…… Hier zouden we eigenlijk moeten lezen: Toen het wekenfeest aanbrak….. Het was nl. het Wekenfeest, waarvoor vele joden, ook vanuit de diaspora in Jeruzalem waren, om dit feest te vieren. Voor de drie grote feesten moesten alle mannen immers naar de tempel om het graanoffer te brengen! Deut. 16:16 ‘Driemaal per jaar moeten alle mannen dus voor de HEER, uw God, verschijnen op de plaats die hij zal kiezen: voor het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.’
Zoals bij het Wekenfeest de eerste oogst binnen is gehaald, volgt op Pinksteren de eerste oogst: drieduizend komen tot de erkenning, dat Jezus is de Messias, de Beloofde, die zijn volk verlost (Pesach).
Zoals het wekenfeest tevens opdracht is tot het binnenhalen van de volle oogst geldt deze opdracht ook op Pinksteren, na de uitstorting van de Heilige Geest. Niet voor niets staat Pinksteren in het teken van de zending.
Diepe band.
Maar er moet een diepere band zijn tussen het Wekenfeest en Pinksteren. In de Statenvertaling lezen we in Handelingen 2:1 “En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. De Statenvertaling verwijst naar Lev 23:15 en Deut. 16:9, waardoor deze band tot uitdrukking komt.
De Omertelling eindigt, zoals al genoemd, op de Pinksterdag (Pentecoste =vijftigste dag). Oude Joodse bronnen zeggen dat het precies 7 weken duurde van het moment waarop de Israëlieten wegtrokken uit Egypte tot het ogenblik dat ze aan de voet van de berg Sinaï verzameld waren om de Thora in ontvangst te nemen. Zie ook Exodus 19: 1.
Lev. 23: 21 draagt op: ‘…jullie moeten die dag, de vijftigste, uitroepen tot een heilige samenkomst…’. Op die dag, in de derde maand op precies dezelfde dag van de uittocht uit Egypte, kreeg Israël de wet op de berg Sinaï. Op die dag sloot God met Israël het verbond. Bevrijding uit Egypte wordt bekroond met de openbaring op de Sinaï. De vrijheid van exodus vindt zijn vervulling in de geboden, op twee stenen tafels ingegraveerd.
Wanneer de nauwe band tussen het Paasfeest en het Pinksterfeest gezien wordt, kan ook voor ons het Pinksterfeest een rijkere betekenis krijgen. Dat nauwe verband tussen wat er bij de berg Sinaï gebeurt en wat ons bericht wordt in Handelingen 2. De tekenen die beschreven worden bij de uitstorting van de Heilige Geest zijn tekenen die direct verwijzen naar het moment dat God zijn verbond heeft opgericht. Dat is beschreven in Ex. 19 en 20. Het geluid van de wind doet denken aan het noodweer wat er was op de berg Sinaï en de vuurvlammen doen denken aan de bliksemstralen die het volk zag toen God verscheen en ging spreken. Net als in Ex. 19 verschijnt God zelf op het Pinksterfeest.
Is dit niet de bedoeling van het werk van Gods Geest die op het Pinksterfeest is uitgestort, dat God mensen brengt tot hun bestemming?
Wie dit verband ziet, merkt echter ook direct een verschil. Bij de berg Sinaï moest het volk een grote afstand bewaren. Als Pinksteren vervuld wordt, valt de afstand weg. Het gehele huis wordt vervuld met het geluid van de wind, de tongen van vuur zetten zich op ieder van hen. De afstand is er niet meer. Dat kan op dat moment, omdat Christus zijn werk volbracht heeft en er een nieuwe band met God mogelijk is.
Ook nu gaat God een nieuw begin maken, en wordt het verbond vernieuwd. Zoals God destijds zijn belofte aan zijn volk Israël gaf, zo laat Hij nu zien dat andere volkeren in dat ene volk kunnen worden ingelijfd. Was het tot dat moment een enkeling die werd ingelijfd in het volk van God, nu gaat het om volkeren! Dat is het nieuwe van Pinksteren.
Nieuw is ook dat de Heilige Geest veel krachtiger gaat werken. Hij zal de wet niet slechts op tafels van steen ingraveren, maar in de harten van de mensen zelf gaan schrijven. Dat geeft aan de genoemde uitspraak van de rabbijn over het graveren een nog verdere verdieping. Pas wanneer de Geest ons de geboden leert te doen zoals God het bedoelt, kunnen we werkelijk toekomen aan de door God beoogde vrijheid.
Met Shavu’ot, het wekenfeest, wordt de boekrol van Ruth gelezen: Uw volk is mijn volk en Uw God is mijn God. Deze profetische uitspraak gaat in vervulling als de Heilige Geest wordt uitgestort. Vanaf dan gaat het evangelie de wereld door en mogen alle volken, waaronder ook wij, Ruth naspreken!
Dank aan God, die bij de instelling van de oude feesten dít alles al op het oog had. Dat doet ons nog meer verwonderd staan. Dankbaar mogen we zo als christen deze feesten uitbundig vieren!
Alle reden voor Yachad om u op te roepen op Pinksterzondag het Joodse volk in uw gebeden aan de HEER op te dragen en Hem te:
– danken dat wij mogen putten uit Sions bronnen (vervulling van de belofte van Psalm 87)
– danken dat we van dit volk het OT en NT gekregen hebben, en dat dit volk ons – door de zendings- opdracht te vervullen – tevens het evangelie heeft bekendgemaakt
– te bidden dat het evangelie naar het Joodse volk mag terugkeren, tot wie op Pinksteren het evangelie klonk.
– bidden om shalom voor Jeruzalem t.g.v. het 70-jarig bestaan van de staat Israël deze maand, bij de dreiging die er momenteel heerst (Iran, Gazastrook, toenemend antisemitisme wereldwijd).
Yachad bidt u een gezegend Pinksterfeest toe.
Namens Yachad, Rein Visscher