IN MEMORIAM


DS. JAN HAVEMAN
25 november 1965 – 15 juli 2019

‘Deze gedreven dienstknecht van Jezus, op ‘missie’ in dienst van het Koninkrijk van God, stierf. Onbegrijpelijk. Onbegrijpelijk dat dit Gods bedoeling kan zijn, dat dit ergens goed voor zou zijn… We tasten in raadselen… Eens zullen we het misschien begrijpen…’
Die woorden sprak ds. Jan Haveman in de zomer van 2017 uit, toen de messiaanse voorganger Anthony Simon uit Jeruzalem in Irak verongelukte, bij het bieden van diaconale hulp aan mensen in nood. Nee, zei Jan toen: het evangelie van Jezus betekent niet dat je een makkelijk en voorspoedig leven hebt. Jezus heeft eerder het tegenovergestelde gezegd. Daarom was Jan het niet eens met christenen die zeggen: als je maar gelooft in Jezus, zal het je altijd voor de wind gaan en zul je altijd gezond zijn. Of op het gebed genezen als je ziek wordt. Nergens belooft Jezus ons in de Bijbel dat, als je maar gelooft, je leven op rolletjes zal lopen.

Veel gedaan, nog veel te doen
Wat zijn deze woorden van Jan Haveman van toepassing nu hij zelf ons is ontvallen. Waarom moest hij nu al gaan? Waarom al op deze leeftijd? Met nog zoveel energie om van Jezus te getuigen, talent om begrijpelijk en appellerend te preken, goed te organiseren, zich sterk te maken voor het jeugdwerk, mee te denken in actuele vragen die in de kerken spelen. Voor ons gevoel had Jan nog zoveel op aarde kunnen betekenen: voor zijn gezin en familie, voor de kerk van Emmen, voor het werk van Yachad.
Toch vond de Heer van de kerk de taak van Jan Haveman op aarde klaar. Voor wie achterblijven – Nelleke en de kinderen allereerst – is deze weg moeilijk. Het kwam uit het niets, een hersenbloeding leek het. Maar onderzoek wees uit dat er sprake was van een uitgezaaide melanoom. Jan was 52, net zo oud als zijn eigen vader was geworden. Een nieuwe behandeling (immunotherapie) sloeg tijdelijk aan, maar de kanker breidde zich opnieuw uit. We hebben tijdens het ziekbed gebeden om een wonder van genezing. Omdat God tegen Abraham zegt: ‘Zou voor de HEER iets te wonderlijk zijn?’. Maar het werd gaandeweg duidelijk dat Gods plan anders was. Op 15 juli 2019 werd Jan thuisgehaald om bij zijn Heer te zijn. Ook dát is een wonder.
Jan mocht 53 jaar worden. Op 20 juli 2019 vond, in aanwezigheid van velen, de afscheidsdienst plaats. Daarna is in besloten kring het lichaam van Jan Haveman in de aarde gezaaid. Dat gebeurde in het landelijk gelegen Roswinkel, ten noorden van Emmen, vlakbij het huis waar Jan samen met Nelleke in de toekomst zou gaan wonen. Maar God beschikte anders. Jan had van tevoren aangegeven dat de afscheidsdienst moest gaan over Christus’ woorden uit Johannes 11:’Ik ben de Opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft’.

Gezin en werk
Jan werd te Assen geboren als oudste zoon in het gezin Haveman.
Via het werk van Evangelisatie & Recreatie leerde hij Nelleke de Wit kennen, wat hij altijd heeft ervaren als een groot geluk dat God hem schonk. Hij trouwde met haar en samen kregen ze vier kinderen. Graag bracht hij een vrij geplande zaterdag met hen door. Jan heeft enkele weken voor zijn overlijden de belijdenisdienst mogen doen van zijn jongste zoon, wat voor hem een hoogtepunt was om naar uit te zien.
Jan Haveman had veel interesses. Hij ging graag nieuwe uitdagingen aan. Het eerste beroep dat hij uitoefende was bij het GPV, waar hij als organisatorisch medewerker achter de schermen optrad. De liefde voor de christelijke politiek is zijn leven lang gebleven. Via twitter stuurde hij berichtjes de wereld in, of retweette hij uitspraken van (christelijke) politici over thema’s die hem ter harte gingen.
Een volgende uitdaging vond hij in het onderwijs. Na het voltooien van de PA overwoog hij naar Kampen te gaan, maar al snel kreeg hij een baan.
Hij werd meester op de school van Zuidlaren, waar hij zelf als jongetje op had gezeten. Als leerkracht maakte hij de kinderen even graag vertrouwd met de Bijbelverhalen, als met zaaien, planten en oogsten, want tuinieren was en bleef een grote passie in zijn leven.

Liefde voor God en zijn gemeente
Toen hij later bij zijn schoonouders over de vloer kwam, en hij van binnenuit zag hoe mooi het werk was van predikant, groeide opnieuw het verlangen om predikant te worden. Zo gezegd, zo gedaan. Het mooie was dat hij op deze manier steeds zijn vorige werkervaring kon toepassen in een nieuwe werkkring. In zijn afstudeerscriptie aan de Theologische Universiteit Kampen, getiteld Leven uit de Bron, als boekje in de handel gebracht, valt zijn grote passie voor het jeugdwerk in de kerk op. En in het predikantswerk ontpopte hij zich als een prima leermeester, die eigen lesmethoden voor catechese ontwikkelde. Daarnaast keerde zijn brede politiek-maatschappelijke interesse terug in praktische toepassingen in de prediking en catechese. Jan benadrukte graag dat christenen het zout van de samenleving zijn, dat het geloof vraagt om zichtbaarheid in daden, een leven van dienstbaarheid aan God en medemens. Christenen horen zich in te zetten voor gerechtigheid in Gods wereld, inclusief vluchtelingen en asielzoekers. Als predikant diende Jan Haveman drie gemeenten: Roodeschool (2000-2005), Hattem-Noord (2005-2011) en Emmen (2011-2019). In deze gemeenten stak hij veel tijd in een goede preekvoorbereiding, en de preek voorzag hij altijd van een aansprekende powerpoint. In de liturgie gaf hij graag ruimte aan eigentijdse versies van de Psalmen. Verder zette hij zich enthousiast in om de middagdiensten structureel een andere inhoud te geven dan de ochtenddiensten: er werden themadiensten georganiseerd: 1x per maand een ‘Kom in de kerk-dienst’ die laagdrempelig was, Twitter-diensten om de jeugd tijdens de dienst erbij te betrekken, een dienst voor senioren met oude berijming, die hij voorbereidde met de verschillende doelgroepen. En 1x per maand een ‘Leer van de kerk-dienst’, waarin hij bijvoorbeeld thema’s behandelde rond God leren kennen, werken van barmhartigheid, en actuele vragen bij de Bijbel.

Een dubbel leidmotief
Twee bijbelteksten vormden voor hem het leidmotief in het predikantswerk. Allereerst Paulus’ woorden uit Filip. 2:1-7, de oproep om éénsgezind te zijn, één in liefde, zonder geldingsdrang, je bescheiden op te stellen, dienstbaar aan elkaar, in plaats van te gaan voor je eigen belangen. Jan wist zich hierbij blijvend geïnspireerd door het voorbeeld van de grote Meester, die de voeten van zijn leerlingen waste.
De tweede tekst als leidmotief in zijn leven was Galaten 2:19b-20a, waar Paulus schrijft: ‘Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij’. Als Christus in je leeft, verandert alles. Hier en nu al: je kijkt anders naar de natuur, die zie je als Gods schepping; je kijkt anders naar mensen om je heen; anders naar jezelf, want je mag jezelf kennen in Christus. Er is door Hem vergeving, hoop en toekomst. Je mag op weg naar Gods koninkrijk.
Die hoop gaf Jan vertrouwen om zijn naderende sterven nuchter en eerlijk onder ogen te zien. Intussen bleef hij zoeken naar mogelijkheden om als predikant te blijven werken. Zodra het even kon probeerde hij om elke 2 á 3 weken toch een preek te maken en te houden, tot het allerlaatst. In zijn ziekte straalde hij een sterk vertrouwen uit, wat op velen diepe indruk maakte. We prijzen daarin het werk van de Heilige Geest. Helaas lukte het Jan Haveman niet meer om zelf afscheid te preken. Zijn geest wilde nog zo graag, maar zijn fysieke conditie maakte dit onmogelijk. Samen met Nelleke koos Jan een preek uit die hij eerder had gehouden, en die voor deze gelegenheid werd aangepast. Het lukte nog om in de dienst aanwezig te zijn, tegelijk was het een beproeving dat hij niet zelf afscheid kon preken.

Verbondenheid met het Joodse volk
In zijn tweede gemeente, Hattem, ging Jan Haveman voor het eerst naar Israël: er was een oude broeder, die zei dat hij zo graag eens naar Israël had willen gaan. Organiseren paste bij Jan Haveman, en zo was de eerste gemeentereis naar Israël geboren. En het bleef niet bij één: jarenlang organiseerde hij reizen. Zo groeide liefde voor het verbondsvolk Israël. Hij ontdekte op dit punt een blinde vlek in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Hoe vaak was daar in doopdiensten niet Psalm 105:5 gezongen (‘God zal zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig, zijn verbond gedenken’), terwijl alleen aan het kindje werd gedacht, en het volk van Abraham werd vergeten. Met Yachad zette hij zich in om binnen de GKV te werken aan bewustwording van Gods onopgeefbare trouw aan het Joodse volk. Het nieuwe verbond, door de profeten beloofd, werd allereerst met Israël gesloten. De kerk uit de heidenen past een dankbare houding jegens het Joodse volk. Via dit volk heeft zij de Heilige Schriften ontvangen. Uit dit volk werd de Messias geboren, het heil is uit de Joden. Dat de scheidingsmuur tussen Israël en de volken is afgebroken (Efeziërs 2), betekent niet dat God geen bemoeienis meer heeft met het volk van Abraham. De kerk in Rome wordt opgeroepen de Joodse medeburgers niet te vergeten. Het goede nieuws van Jezus Christus is allereerst voor de Jood, daarna voor de Griek. God vermaant een vergeetachtige kerk uit de heidenvolken: niet jullie dragen de stam, maar de stam draagt jullie. Heidenvolken worden geënt op de edele olijf (Romeinen 11). Helaas wierp de christelijke kerk zelf vaak hoge muren op door een eeuwenlange geschiedenis van antisemitische woorden en daden. Het is nu de opdracht om met veel liefde, tact en geduld Joden in contact met hun eigen messias te brengen. Voor dat werk heeft Jan Haveman zich, als voorzitter van Yachad, van harte ingezet. In 2012 schreef hij een lesbrief voor de catechese: Over Israël en het Jodendom. Een bittere teleurstelling bezorgde hem de synode van Ede 2014, toen het voorstel van de GKV Ommen-West om het Israëlwerk middels een landelijk deputaatschap te borgen, werd weggestemd. De synode kon niet worden overtuigd dat het Joodse volk in de evangelieverkondiging een eigen positie inneemt. Het zou ondergebracht kunnen worden bij het zendingswerk Mission/DVN. Yachad weet echter uit ervaring hoe beladen het woord ‘zending’ voor Joden is, vanwege een voorgeschiedenis van gedwongen bekeringen en christelijk antisemitisme.
Graag had Jan Haveman zich als lid van de Raad van Toezicht en Advies van Yachad nog langer voor de evangelieverkondiging onder het Joodse volk willen inzetten. Yachad is dankbaar voor het werk dat Jan Haveman met veel gedrevenheid heeft gedaan.

We wensen Nelleke en de kinderen de troost toe van de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Hij is niet een God van doden, maar van levenden. Dankzij Jezus Christus, de zoon van Abraham en David, mag Jan Haveman nu het hemelse Jeruzalem bewonderen, zonder pijn, in volmaakte shalom.

Ds. Jan-Henk Soepenberg – Voorz. Yachad