Dankzij Gods beloften aan Abraham een blijde boodschap met kerst

Het lijkt wel dat we terug zijn bij af. Sombere gezichten bij de persconferentie. Weer geen versoepeling van maatregelen tijdens Kerst. Erger nog: ook voor het nieuwe jaar geen goed nieuws. Want de omikron variant rukt razendsnel op. Weer geen goede boodschap met kerst dit jaar, zo werd gezegd.

Wat een voorrecht dat we via het Joodse volk weten van een blijde boodschap met kerst. De engel zegt nadrukkelijk: ‘zie ik verkondig u blijdschap voor heel het volk’. Niet vergeten wie dit volk allereerst is.
Een volk dat door de Romeinen op allerlei manieren in ‘lockdown’ zat. Geen vrijheid, maar bezetting. Het koningshuis van David lijkt met wortel en tak uitgeroeid. Wie had nog hoop?

Maar waar alle hoop vervlogen lijkt, schiet een loot op uit de aarde. De hoop van het Kerstevangelie blijkt verankerd in Gods beloften aan Abraham. Een nakomeling van David zal de hoop voor Israël en de volken zijn. Een nieuwe Koning van de Joden overleeft met glans keizer Augustus die zich ‘sebastos’ (verhevene) en ‘sooter’ (redder) liet noemen.
Maar dan laat God de ware Verhevene en Redder opstaan. Want zegt de engel: de zoon van het Joodse meisje Maria zal een groot man worden, Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. Hoe groots en verheven wil je het hebben? De ware Redder staat op. God zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob (Luc. 1:32-33).

Let er op wat het fundament is onder deze belofte: de eeuwige barmhartigheid jegens Abraham. Dat zet de toon in de lofzangen van Maria en Zacharias. De lofprijzing op Gods barmhartigheid jegens Abraham barst in beide liederen los. Maria begint (Luc. 1:55). En Zacharias doet er nog een schepje bovenop (Luc. 1:68-73).
God komt nu het onmogelijke mogelijk maken. Want was het niet een onmogelijke opdracht die Abraham kreeg? ‘Ik ben God, de Almachtige. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven. Ik wil met jou een verbond aangaan’ (Gen. 17:1-2).
Toch gloort er hoop. Als God het zélf het onmogelijke mogelijk gaat maken: ‘zonder angst de HEER dienen, toegewijd en oprecht, altijd levend in zijn nabijheid, bevrijd van alle vijanden’ (Luc. 1:74). Want door de Zoon van David hoor je van je redding door de vergeving van je zonden. Door Hem gaat een stralend licht uit de hemel over je op. Ligt de weg van shalom voor je open.

Zie je hoe het samen komt? De eeuwige troon waarop Christus regeert, en de eeuwige barmhartigheid voor het volk van Jakob? God zou zijn eigen beloften beschamen als Hij niet voortdurend zorgt dat overal op aarde nakomelingen van Abraham God om zijn barmhartigheid prijzen. Koning van Jakob zal Hij zijn. De onvruchtbaarheid van Elisabet wordt opgeheven. God krijgt veel kinderen terug! Zoals aan Abraham beloofd.
Hij kan voor wonderlijk nieuw leven zorgen waar dat menselijkerwijs gesproken niet kan. Elisabet en Maria zijn er het levende bewijs van. Laten we daarom als kerken blijven bidden om Gods zegen over de evangelieverkondiging onder het Joodse volk.

En intussen niet vergeten dat ook wij, dankzij Gods beloften aan Abraham, op Kerst een blijde boodschap mogen horen. Zelfs midden in coronatijd.

Jan-Henk Soepenberg
voorzitter Yachad, predikant GKv Assen-Zuid

Soepenberg, J.H. 1000537 - Gereformeerde Kerken vrijgemaakt

   

Werkbezoek aan Israël uitgesteld 

Het was de bedoeling dat twee bestuursleden van Yachad in het najaar 2021 een tweetal projecten in Jeruzalem zouden bezoeken, maar door aangescherpte coronamaatregelen moest deze reis worden uitgesteld. We hopen nu dat in de eerste week van februari 2022 dit bezoek alsnog kan doorgaan. Primair gaat het om een bezoek aan Josh Simon van de Voice in the Wilderness gemeente en aan de Bible Society Israel (BSI) in Jeruzalem, waar Yachad een project ondersteunt ter conservering van een kostbare thorarol, waar orthodoxe Joden graag het verhaal van willen horen. De BSI wordt gerund door messiasbelijdende Joden. Uiteraard is het nog afwachten of het verplaatste bezoek, gezien de huidige coronamaatregelen, in februari doorgang kan vinden.

Studie naar Bavincks visie op het Joodse volk in de Gereformeerde Dogmatiek 

Binnen Yachad wordt momenteel studie gemaakt naar de manier waarop in de beroemde en invloedrijke Gereformeerde Dogmatiek van Herman Bavinck over het Joodse volk geschreven is. Op een heel aantal plaatsen zijn belangwekkende passages te vinden. Het is de bedoeling dat de uitkomsten van deze studie op een studiedag van het Centrum voor Israëlstudies (CIS, uitgaande van CGK, Geref. Bond en Evangelische Hogeschool Ede) in een workshop worden gepresenteerd. Het is de bedoeling dat deze workshop op 6 april 2022 in Amersfoort gehouden wordt.

Over onze contacten met International Mission to Jewish People

Joodse volgelingen van Jesjoea
Nederland: Onze medewerker in Nederland (geschatte joodse populatie rond 30.000) is de eerste full-time joodse zendeling namens IMPJ (eerder CWI) sinds de holocaust. Ondanks een grote joodse gemeenschap en een historie van gevestigd zendingswerk onder de joodse bevolking voorafgaand aan de 2e WO is er in de afgelopen 70 jaar bijna geen daadwerkelijke evangelieverkondiging meer gedaan tot Asaf Pelled in dienst kwam van het CWI in 2015.
Er is vanuit Yachad frequent contact met Asaf Pelled, die relaties legt met mede-Joden in Nederland en België. Het werk breidt uit en Yachad wil graag dat meer kerken en kerkleden daarbij betrokken raken. Zo zijn er contacten met de predikanten in Amsterdam en Antwerpen en kunnen kerkleden meedoen met de zgn. outreaches (straatevangelisatie acties) die o.l.v. Asaf in die steden zijn gepland voor 2022. Ook E&R leden/teams worden opgeroepen deze evangeliserende acties mee te maken en ervan te leren. Wanneer de mogelijkheden er zijn treedt Asaf graag op in gemeenten, zodat een goede oriëntatie ontstaat op Gods doorgaand werk onder Zijn oude volk, door Messias Jezus.
Ook de collega’s van Asaf melden goede contacten en vragen voorbede daarvoor. Heel wat Joden, ook rabbijnen, zijn serieus bezig de Messias te leren kennen.

Asaf Pelled vraagt om te bidden voor Avraham, een Joodse vluchteling wiens ouders bekeerd zijn tot de Islam maar dat bracht hem erg in verwarring over zijn identiteit. Asaf zocht samen met  hem in de bijbel naar antwoorden zoals hij in het fimpje verteld.
Zie ook www.imjp.org of kijk op facebook voor deze en andere actuele filmpjes: https://fb.watch/9XafVD6Wte/

Nieuw licht op Bijbelteksten uit Mattheus 

De bergrede (3) – thora – Vaya con Dios
Kan vanuit een Joodse belichting de exegese van Bijbelteksten verbeterd worden? Het Centrum voor Israëlstudies heeft dit jaar voor het eerst via het zgn. Parasja-project om de paar weken een Bijbeltekst op deze manier toegelicht. Dat is zo goed verlopen, dat ook voor 2022 een deel van het Mattheüs Evangelie wordt belicht. Het kerkelijk jaar wordt gevolgd, waardoor het ook voor predikanten inspiratie voor de preek kan opleveren.
Via info@cis.nl kunt u zich daarop gratis abonneren.

“Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. (Mattheüs 5:48)” Deze zin van de Heere Jezus kan ons voor grote vragen stellen. Hoe kan Hij van ons verwachten dat we volmaakt zijn? We zijn en blijven toch zondige mensen tot onze laatste snik? Maar ook Paulus sprak na de ontmoeting met de Heere Jezus dat hij “onberispelijk was wat betreft de rechtvaardigheid die in de wet is”. Joodse exegese kan ons helpen wat meer licht over deze teksten te krijgen.
Ds. Joan Bonhof in “Verbonden” nr.65-4, blz 6

De synagoge in Groningen

In het centrum van Groningen is aan het einde van de Folkingestraat de sjoel van de orthodox Joodse gemeente Groningen en omgeving. Deze gemeente komt daar samen sinds 1906. Toen is het huidige gebouw ingewijd en in gebruik genomen. Er waren toen een synagoge, een rabbinaatswoning, vergaderlokalen en een winkel  van de Joodse gemeente. Er woonden toen ongeveer 2500 Joden in de stad en in de provincie waren nog 16 kleinere synagogen. Na de tweede wereldoorlog met de Shoah, zijn er maar heel weinig Joodse mensen over gebleven in  stad en  provincie.

Synagoge (Groningen) - Wikipedia

Lang voor 1900 bleek de toenmalige sjoel te klein voor de Joodse gemeente. Het bestuur is toen plannen gaan maken om een nieuw gebouw neer te laten zetten op de plaats van de oude.  Die plannen werden getekend door architect Tjeerd Kuipers, een Gereformeerde architect, met als specialiteit kerkenbouw. De sjoel in Groningen was de eerste synagoge die hij tekende en om zich te oriënteren heeft hij, met een aantal bestuursleden, een studiereis gemaakt naar Duitsland. En daar vandaan nam hij mee: de Oriëntaalse bouwstijl, die te zien is in de sleutelgatvormige ramen en deuren en de 4 torens op straat met een koepelvormig dak. Kuipers ontwierp gebouwen in de stijl van de Amsterdamse school en dat is ook te zien, veel natuurlijke kleuren en horizontale banen in de muren.  Dat de Joodse gemeente een arme gemeente was, kun je  zien aan de goedkope bouw binnen. Niet met bakstenen, maar met geschilderde kalkzand steen.
Toen er in de jaren na 1945 maar heel weinig Joden (ongeveer 200 van de 3000) terug kwamen, was het gebouw met 600 zitplaatsen veel te groot voor de gemeente. Ze hebben toen het hele complex verkocht en zijn hun samenkomsten gaan houden in de jeugdsjoel in de Folkingedwarsstraat, een eindje verderop.
Op zeker moment zijn de panden in bezit gekomen van een wasserij annex stomerij Astra, dat er in de 20 jaar dat ze erin zat een geweldig uitgewoond pand heeft achter gelaten. In de jaren 70 verliet Astra de synagoge  en de stad Groningen wilde eigenlijk de hele buurt, inclusief de synagoge slopen. Maar onder andere door de inzet van Lenny Wolgen-Salomons werd besloten tot  restauratie. En op 30 november 1981 is de sjoel her-ingewijd en weer door de Joodse gemeente in gebruik genomen. Piet Cohen heeft toen het interieur ontworpen en ook een scheiding gemaakt tussen het religieuze en het culturele deel d.m.v. een hek. Op die manier is er toch een intieme, kleine sjoel gecreëerd waar nog steeds  eens per 14 dagen op zaterdag een sjoeldienst wordt belegd en gehouden

Synagoge (Groningen) - Wikipedia Bladeren

In de sjoel worden rondleidingen gehouden, op bijna elke middag in de week. U komt dan in het religieus gedeelte, vlak bij de Thorakast en u komt ook in het mikwe, waar de Joden hun rituele reinigingen uitvoerden. Deskundige gidsen beantwoorden uw vragen en vertellen uitgebreid over wat u maar wilt horen over Joden, hun godsdienst en gewoonten.
En dan hebben we ook nog een permanente tentoonstelling over Joods Groningen, foto’s, filmpjes, artikelen en geluidsfragmenten, en nog veel meer.
Voor de openingstijden en verdere informatie zie: www.synagogegroningen.nl
CMP
(o.a. ons bestuurslid Carel Pool geeft deze rondleidingen, van harte bij u aanbevolen!)

Boekbespreking: De onderduik van Samuel (Sem) Polak

Mijlpaal in Hamersveld- cover boek

Bij de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) horen diverse families en mensen van Joodse komaf. Ik denk onder meer aan de nakomelingen van Maurits Sanders (1864-1944). Over hem schreef achterkleinzoon Erik A. de Boer, De schoenmaker en zijn leest. De levensweg van Maurits Sanders, een Messias-belijdende jood (uitgave in eigen beheer, 1989). Een aantal Joodse zusters en broeders is tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog via de onderduik in aanraking gekomen met het christelijk geloof en de gereformeerde kerken. Dat is het verhaal van bijv. Lo Sarfaty, de vader van ons bestuurslid Milka Sytsma-Sarfaty. En zo zijn er meer.

Vorig jaar, 2020, heeft Ronald Polak, voorzitter van de Historische Kring Leusden, schrijver van historische boeken en oud-geschiedenisleraar aan de Gereformeerde Scholengemeenschap Guido de Brès te Amersfoort, een boekje uitgebracht waarin hij het verhaal van de onderduik van zijn vader Samuel Polak heeft opgetekend: Mijlpaal in Hamersveld. De onderduik van Samuel Polak. Hij heeft dit deel van zijn familiegeschiedenis opgetekend voor de volgende generaties, zijn zoon en zijn kleindochters. Maar het verhaal is ook gericht, schrijft hij, op een bredere kring dan de familie (4). Ronalds jongste zus Paula heeft een nawoord geschreven met genealogische notities en hoe het de familieleden verging in en na de Tweede Wereldoorlog, met een rijtje verwijzingen naar andere publicaties over deze geschiedenis (37-44).

Samuel Polak (1923-1993), roepnaam Sem, was een van de twee zonen van het Amsterdamse echtpaar Hijman Louis Polak (1893-1934) en Elisabeth (Betje) Hes (1891-1976). Zijn broer was Louis Hijman (1917-1976). Hijman was als slijper actief in de diamantbewerking. Hij verdiende een goed belegde boterham. Het gezin woonde in Amsterdam-Zuid. De familie Hes handelde in fruit voor de handel in Amsterdam. Samuels oom Juda Hes (1892-1942) had een zaak aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam-West. Hij werd met vrouw en twee kinderen op 30 september 1942 vermoord in Auschwitz. Pas recent vond Paula een dochter van zijn Juda’s jongste zoon in de Verenigde Staten. Hij was uit Amsterdam gevlucht en via Frankrijk in de VS terechtgekomen. Dat was een echte verrassing, want niemand in de familie wist nog van Juda’s derde kind.

Rond september 1942 was Sem Polak met hulp van niet-joodse familie met zijn moeder Amsterdam uitgevlucht naar Leusden, toen nog Hamersveld. Hij werd daar opgevangen door Karel en Rita Brouwer, pas getrouwd. Ze woonden in het huis dat De Mijlpaal heet. Karel Brouwer (1918-2017) werkte op het gemeentehuis van Hamersveld (nu Leusden-Centrum) en daar ging hij ook over de burgerlijke stand. Hij regelde voor Sem een persoonsbewijs op naam van de even oude, werkelijk bestaande, in Brabant wonende Jo Goorts. Sem kon in een kamer boven het gemeentehuis wonen. Daar kon hij zelfs de nodige cursussen volgen en diploma’s halen voor zijn latere baan op de gemeentesecretarie. Hij was door zijn ‘goede papieren’ tamelijk vrij om zich op straat te begeven en ging aan het eind van de oorlog zelfs meedoen aan spionage en verzet.

Mevrouw Betje Polak-Hes en haar zoon Sem hadden 5700 gulden aan Karel Brouwer gegeven ter dekking van de onkosten voor de onderduik. Na de oorlog gaf Karel hun terug wat er van dat geld over was. Het tafelzilver dat mevrouw Polak in Amsterdam bij de buren in bewaring had gegeven (zulke buren werden ‘bewariërs’ genoemd) toen ze moest vluchten, was verdwenen. Sem had intussen Brandina (Dien) Bouw leren kennen, een gereformeerde jonge vrouw uit Barneveld die in Hamersveld was komen werken, eerst in de huishouding van huize De Boom en later bij de Distributiedienst. Ze verloofden zich met Kerst 1945 en ze trouwden augustus 1949. Hun kinderen kregen van moeder het christelijke geloof mee, en van oma Betje die ook in Leusden bleef wonen, Joodse gebruiken. Sem heeft zich niet laten dopen.

Het is boeiend om te lezen. Het gaat over een man en zijn moeder. Maar het staat voor veel en veel meer. Sem Polak voelde onraad en heeft een goed heenkomen gezocht en gevonden met zijn moeder. Hij ontsnapte en maakte een nieuwe start na de oorlog. Tegelijk drong de leegte van zijn wereld tot hem door: waar waren ze, zijn ooms en tantes, zijn nichten en neven? Hij werd er vanaf 1970 steeds zieker van.

Ik wil hier, in deze nieuwsbrief, twee dingen aan deze bespreking vastknopen.

Ten eerste. Wanneer Joodse gelovigen zich aansluiten bij een christelijke kerk, ontstaat vaak de indruk dat zij hun Joodse identiteit moeten afzweren. En dat het in ere houden van Joodse gewoonten hun wordt kwalijk genomen door hun nieuwe broeders en zusters. Er zijn tijden geweest dat het zelfs een verplichting was: wie christen werd, moest ‘ontjoodsen’. Hebben we in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) oog gehad voor dit probleem van Joodse ‘toetreders’? Waren ze welkom als Joden, inclusief hun Joodse identiteit en gewoonten? Voelden ze zich vrij om de banden met de Joodse familie aan te houden? De pijn om de familieleden ‘die niet waren teruggekomen’ was er niet minder om, het zwijgen ook niet.

Ten tweede. Vandaag zien we duidelijker dan ooit in, dat er in de Europese en Nederlandse cultuur van de 19e en 20e eeuw – al dan niet christelijk – zekere antisemitische trekken ingebakken zaten. Joodse mensen die zich aansloten bij een kerk hebben misschien gehoopt dat ze daar vanaf zouden zijn als ze eenmaal bij de christelijke gemeenschap hoorden. Maar we horen al zolang er Joodse mensen bij de kerk komen dat ze op dit punt vaak hevig zijn teleurgesteld. Ze kregen ook in de kerk te maken met allerlei gebruikelijke, subtiele en minder subtiele vormen van antisemitisme, in woorden en daden, zonder dat dit verzet opriep bij de niet-joodse meerderheid. Het viel niet op, het was ‘normaal’. Het heeft onze Joodse zussen en broers in Christus zeker niet geholpen zich thuis te voelen in de kerken.

Ronald en Paula Polak vertellen hierover nauwelijks (een zinnetje op 33). Omdat het niet speelde voor hun gezin? Dat kan ik me niet echt voorstellen. Toen in jaren tachtig van de vorige eeuw Stevaj (voorganger van Yachad), aan het werk ging, kreeg ze ook contacten met Joodse mensen en families in de Gereformeerde Kerken (vrijg.). Er was behoefte aan erkenning van hun positie en geschiedenis. Men zocht ook elkaar. De verhalen kwamen los. Dat was heilzaam. Het zou mooi zijn als Yachad ook in deze tijd eraan mag meehelpen dat Joodse kerkleden en hun kinderen en kleinkinderen zich veilig voelen tussen de niet-Joodse gelovigen en hun kinderen in de kerken.

Ruud ter Beek

Mijlpaal in Hamersveld. De onderduik van Samuel Polak, opgetekend door Ronald Polak, Leusden: Eigen beheer, 2020; tweede onveranderde druk 2021. 44 bladzijden; veel foto’s.

Bestellen gaat zo: Stuur een e-mail naar dhr. Ronald Polak (polak.ronald@gmail.com), dan ontvang je een betaalverzoek voor € 9,90 (verzendkosten € 3,75). Of bestel – voor dezelfde prijzen – via de boekwinkel op de website van de Historische Kring Leusden: https://boeken.historieleusden.nl.


Denkt u aan de kerstcollecte of donatie voor het werk van Yachad?

De relatie ‘Jeruzalem – christelijke gemeenten uit de volken’ vindt in de collecte een bepaalde toegespitste uitdrukking. Het heil van God is vanuit Israël naar de volken gestroomd. Met name in deze kersttijd vieren we Zijn komst. Dit is voor Paulus reden om de volken op te wekken nu ook omgekeerd Israël te steunen met de middelen, waarover de volken beschikken. Of Paulus daarbij gedacht heeft aan het jaloers maken van de Joden, aan de pelgrimstocht van de volken naar Sion of aan het diaconaal ondersteunen van de armen in Jeruzalem in en via de gemeente aldaar, het blijft staan dat Paulus de betekenis van de collecte wijder zag dan alleen een hulpactie. Je zou het een teken van solidariteit kunnen noemen. Een teken van verbondenheid. De steun aan Sion ligt verworteld in de relatie, die er door het geloof in Jezus Christus is ontstaan met het joodse volk.

Die collecte voor Jeruzalem, waarover we o.a. lezen in Hand. 24:17Rom. 15:22-321 Kor. 16:1-42 Kor. 8 en 9Gal. 2:10, is maar niet een bijkomstigheid geweest in het werk van de apostel Paulus. Wie de opgegeven teksten naslaat zal ontdekken, dat de apostel er heel erg druk mee geweest is.
IBAN: NL34 RABO 0348 9996 23  t.n.v. Yachad te Ommen