Verklaring over nalatigheid van de kerken t.o.v. het Joodse volk tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. - Stichting Yachad
Brief aan kerken en voorgangers GKV
Mede n.a.v. enkele reacties van GKv voorgangers hechten wij eraan onze oproep tot Schuldbelijdenis en Verootmoediging in een passend kader te plaatsen. Wij nodigen trouwens iedereen uit die daaraan wil bijdragen, omdat wij ons realiseren dat voortgaande bezinning noodzakelijk is.
Aanleiding voor onze oproep is de herdenking van Bevrijding, 75 jaar geleden, waarbij de Kristallnacht (9-10 november 1938) vaak gezien is als openlijk startmoment van de Holocaust/Shoah.
Het grote kader
Yachad heeft er behoefte aan om de voorgestelde Handreiking en Verklaring in een helder kader te zetten. Dat grotere kader is de eeuwenlange geschiedenis van afwijzing van het Joodse volk, vaak gevoed door de opvatting dat de kerk de plaats van Israël heeft ingenomen, en een onjuiste exegese van de uitroep van het Joodse volk tegenover Pilatus: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ (Mattheüs 27:25). Daarmee heeft de christelijke kerk echt wel bijgedragen aan een klimaat van onvriendelijkheid en afstand tot Joden. Een kleine greep uit de geschiedenis:
Origenes al legde Mattheüs 27:25 zo uit: ‘daarom komt het bloed van Jezus niet alleen over de Joden van die tijd, maar over alle generaties Joden tot aan het einde der wereld.’
Hieronymus viel hem bij. Chrysostomos zei zelfs: ‘De joden doen hier een welbewuste zelfvervloeking, ze zijn Godsmoordenaars, zo’n volk belichaamt het pure kwaad, het heeft geen bestaansrecht meer.’
In 1215 regelde paus Innocentius III op het Vierde Lateraanse concilie dat Joden voortaan een verplicht teken, de zogenaamd ‘gele vlek’ op hun kleding moesten dragen.
Vanaf de 14e eeuw werd het in christelijk Europa gevaarlijk om Jood te zijn. Joden werden in 1321 beschuldigd gif in waterputten in de zuid-Franse stad Guienne te hebben gegooid; 5000 joden werden gevangengenomen, gemarteld en levend verbrand. En overal werd het kerkvolk opgeroepen de dood van Jezus op de Joden te wreken. Joden werden gedwongen om Spanje, Portugal en later ook Engeland te verlaten.
Maarten Luther hoopte dat de Joodse gemeenschap in Duitsland aangesproken zou worden door het zuivere evangelie dat door de Reformatie weer werd verkondigd. Toen maar weinig Joden gehoor gaven, schreef hij het cynische boekje Von den Juden und Ihren Lügen. Het stond vol kwaadsprekerij: “Ze laten ons in het zweet werken, om voor hen geld te verdienen, terwijl zij erbij zitten, peertjes bakken, eten, drinken en lekker leven van onze rijkdommen. Ze bespotten ons omdat wij werken en toestaan dat zij ons bezitten.” In een preek over Mattheüs 27:25 zei Luther: ‘De Joden gaan vandaag nog gebukt onder het bloed van Christus.’
In de gezaghebbende Kanttekeningen bij de Statenvertaling staat bij ‘zijn bloed kome over ons en onze kinderen’: ‘hetwelk ook kort daarna door de Romeinen geschied is en… nog geschiedt’ (cursivering door ons).
Ds Aegidus Francken (1676-1743), schrijver van een dogmatiek die aan de afgescheiden Theologische School in Kampen werd gebruikt, vond: ‘deze vloek rust tot op de huidige dag op de Joden, zij dragen een zichtbaar merkteken van Gods wraak, ze hebben alle reden met Kaïn te klagen ‘ik zal moeten zwerven en dolen op aarde’.
De Korte Verklaring, een gereformeerd standaardwerk uit de eerste helft van de twintigste eeuw, schreef over ‘Zijn bloed kome over ons en onze kinderen’: ‘Tot in het nageslacht nemen zij de vloek op zich, die vanwege deze daad tegen hen zou uitgaan. Een onbewuste zelfvervloeking van het Joodse volk, en de vervulling heeft men op een vreselijke wijze moeten dragen. Het Joodse volk had met de Messias zijn geheim en eer, maar ook zijn bestaan als volk van de Here God, zijn verkiezing door God, prijsgegeven’.
Christelijke opiniemakers en leiders hebben bijdragen aan een visie op het Joodse volk die de Joodse gemeenschap veel schade heeft berokkend.
Zo kwam de kerk dus over…
De boodschap van deze christelijke houding is ook overgekomen:
- De Joodse Weismandel ontsnapte bij een transport naar Auschwitz. Hij sprak een man van de kerk aan en vroeg aandacht van de kerken voor het lot van de Joden in de concentratiekampen. De reactie: ‘Al het Joodse bloed is schuldig. Jullie moeten sterven. Dit is de straf die op jullie wacht vanwege die zonde!’
- De schrijver Elie Wiesel zei: ‘De Joden waren de slachtoffers in Auschwitz, onze beulen waren christenen’.
- Toen de Messiasbelijdende voorganger David Zadok, met wie Yachad contact onderhoudt, tot geloof in Yeshua als Messias kwam, reageerde zijn vader: ‘Hoe durf jij jezelf een christen te noemen, terwijl de christenen zo velen van ons volk vermoord hebben en ons geheel willen uitroeien.’
Wij kregen feedback op Verklaring en Handreiking
Van historici die zeiden: doe je met deze verklaring wel recht aan alle mensen die nadrukkelijk hebben geprotesteerd tegen de nazi-ideologie, en aan de vele gereformeerden die in het verzet actief waren? We hebben die nuancering wel degelijk meegenomen in de Verklaring. We spreken met respect over wie hun leven voor Joodse landgenoten in de waagschaal hebben gesteld, en soms metterdaad hebben opgeofferd.
Van voorgangers die de schuldbelijdenis zo zwaar vinden aangezet dat jongeren zich er moeilijk mee kunnen identificeren. Inderdaad zijn de Verklaring en Schuldbelijdenis zo uitgebreid en zo volledig dat we ons kunnen voorstellen dat het zowel voor voorgangers als voor gemeenten te veel gevraagd is om zich met de hele tekst te identificeren. Maar de Handreiking wijst zelf op de mogelijkheid om vrij met de aangeleverde tekst om te gaan. Als de intentie maar recht wordt gedaan… geef alsjeblieft op 15 november a.s. in een kerkdienst tijd en aandacht aan verootmoediging en schuldbelijdenis, maar voel je vrij je eigen selectie en formulering te kiezen (in de reminder zijn beknopte teksten opgenomen).
Van journalisten die stelden dat een schuldbelijdenis van kerken minder aan de orde zou zijn, omdat kerken geen gelijksoortige verantwoordelijkheid dragen voor het verleden als bijvoorbeeld de NS voor het spoorwegnetwerk (treinverkeer Westerbork – Auschwitz), of zoals de redactie van een krant kan worden aangesproken op de wijze hoe een redactie in het verleden publiceerde. Dat snappen we niet goed. Waarom eigenlijk zou de gemeente of de gelovige van vandaag zich niet kunnen schamen voor iets wat de kerk of kerkleden vroeger hebben gedaan? (In de Reminder halen we Bijbelse voorbeelden aan die ons inspireren)
Vanuit de Joodse gemeenschap zelf werd kritisch gereageerd. Van: geen behoefte aan (opperrabbijn Benyomin Jakobs), tot: “wat heb je aan een schuldbelijdenis als je niet tegelijk breekt met hedendaags onrecht (rabbijn Lodi van de Kamp). Met dat laatste zijn we het helemaal eens: breken met antisemitisme nu is de andere kant van spijt uitspreken over antisemitisme in vroeger dagen.
In verschillende kerken en ook in Yachad werd in dit bevrijdingsjaar het verlangen geuit om zo gezamenlijk mogelijk tot openlijke schuldbelijdenis te komen tegenover het Joodse volk. De Duitse Evangelische Kirche was de wereld na de oorlog daarin voorgegaan. Maar het werd – ook door interne gerichtheid – nooit in kerkelijk Nederland duidelijk opgepakt (men leze het boek van dr. Ad Prosman: De Onverwerkte Holocaust, spiegel voor de kerk van nu, Boekencentrum, 2015).
De PKN volgt een eigen traject van gesprek met vertegenwoordigers van de Joodse s groepen in Nederland. Daarnaast is door deputaten Kerk en Israël (CGK) in samenspraak met gesprekspartners GKv, HHK en GB een Handreiking en Schuldbelijdenis opgesteld
De uitgebreide tekst van de schuldbelijdenis en bijbehorende handreiking die is afgestemd met deputaten Kerk en Israël CGK, in samenspraak met vertegenwoordigers van GKv, GB en HHK is hier te vinden. Deze teksten zijn in oktober aan voorgangers binnen de GKv gezonden.
In de uitgebreide tekst van schuldbelijdenis en verootmoediging is in de gezamenlijke handreiking een uitgebreid gebed opgenomen.
Een korter gebed kan als volgt luiden:
Bij de herdenking van 75 jaar bevrijding zien wij onze houding ten opzichte van het Joodse volk onder ogen. Wat zijn wij als kerken tekortgeschoten en hebben we stilzwijgend of zelfs openbaar schuld op ons geladen door niet te spreken toen Uw volk tot slachtoffer werd gemaakt van naziterreur.
Wat hebben wij U en het Joodse volk aangedaan door stilzwijgend of zelf openlijk Joodse medeburgers onrecht aan te doen.
Zie ons aan zoals wij zijn, met (ook deze) last van het verleden op onze schouders.
Ontferm U over ons en neem die last van ons en onze kinderen af, vergeef ons onze zonden.
Als wij tegelijk met respect hen gedenken die wel de moed hadden hun stem te verheffen,
het onrecht te bestrijden, een schuilplaats te bieden aan Joodse medeburgers, dan realiseren we ons de kracht van Uw doorgaand verlossingswerk, ook aan ons. Dat mag ons en onze kinderen aanmoedigen moedig en vastberaden te zijn in het bestrijden van hedendaags onrecht.
Met dankbaarheid gedenken we hen die na de bevrijding als vanzelfsprekend ondergedoken Joodse kinderen weer toevertrouwden aan hun ouders of hun Joodse families. Ook allen die meehielpen om het Joodse volk een veilige plaats onder de volken te verschaffen.
Laat hun gedachtenis ons tot zegen zijn.
Wij verootmoedigen ons tegenover U en ook de Joodse gemeenschap van onze dagen. We nemen de verplichting op ons, ons naar vermogen in te zetten voor de veiligheid van de Joodse gemeenschap in ons land.
Help ons Uw naam groot te maken ten opzichte van Joden en zovelen die van U vervreemd zijn in onze samenleving.
Amen.
Zie ook de gebeden in het Gereformeerde Kerkboek voor het Joodse Volk GK , Liturgische teksten en gebeden 2.3.1 (p. 634-636)