Vrede op aarde? Als alles duister is …
‘Het volk dat in de duisternis leeft, zal een groot Licht zien, en over hen die wonen in het land waar de dood heerst, zal een Licht opgaan’ – mooie adventswoorden uit Jesaja 9:1 Advent is stilstaan bij de duisternis die heerst. En dan zien hoe nodig het licht is. Wat is dit ongekend actueel geworden in de situatie ontstaan door 7 oktober j.l. Toen verschrikkelijke aanslagen plaatsvonden die niemand voor mogelijk hield. Wie app contacten heeft met mensen in Israël proefde: het land is in shock. Het terroristische bloedvergieten, de verkrachtingen, de huiveringwekkende beelden van een desolaat terrein waar een jongerenfestival gaande was, meerdere kibboetsim bij de Gazastrook waar de bevolking huis na huis werd vermoord.Daarna de onvermijdelijke tegenactie van het sterke Israëlische leger. Met óók veel burgerslachtoffers en de tragiek van ‘friendly fire’. Gegijzelden die al zoveel weken in handen verkeren van Hamas en de islamitische Jihad. De oorlog is vooral ook een oorlog in beeldvorming, Hamas gebruikt de slachtoffers die vallen door mensen als menselijk schild in te zetten voor eigen propaganda. Internationaal wordt Israël in de beklaagdenbank gezet, beschuldigd zelfs van genocide. Hoe bestaat het dat de VN de terreurdaden van 7 oktober niet heeft veroordeeld?
Om iets te proeven van de sfeer in Israël hierbij een app-bericht van Margriet ten Kortenaar, zij woont met haar man en kinderen in Israël:
“De haat, het verdriet, de leugens, de gewonde soldaten en de gesneuvelde soldaten die dagelijks terugkomen… het is vreselijk.
Het land moet weer door een vreselijk lijden heen.
Een aardse, geestelijke, media en economische oorlog is er gaande.”
En dan wordt het kerst in Bethlehem. Waar veel Palestijnen wonen. De mogelijkheid van vrede tussen Israël en de Palestijnen lijkt verder weg dan nooit. De politieke situatie zit muurvast. En wordt soms helaas aangegrepen om Palestijnen op de Westbank te verdrijven. Muurvast zit het ook omdat de meerderheid van de Palestijnen achter de aanvallen van Hamas staat. Hoe is vrede op aarde mogelijk – vrede in de velden van Efratha, vrede in Israël en Gaza?
Context van haat
Er is door velen veel gezegd: ‘deze aanvallen hebben een context’. Ze komen niet uit de lucht vallen. Inderdaad hebben ze een context. Maar is dat niet vooral een bijbelse context: de eeuwenlange en steeds weer oplaaiende Jodenhaat? Farao in Egypte, Haman in Babel. Het oplaaiende antisemitisme in Europa waar kennis van de holocaust ontbreekt bij een jonge generatie. De beeldvorming in de media blijkt niet neutraal. Het zet aan tot een hekel hebben aan het optreden van Israël tegen Palestijnen en Hamas. Ik denk dan: stel je voor dat tijdens de 2e Wereldoorlog steeds de nevenschade door alle media uitgebreid in beeld zou worden gebracht, alle gemaakte fouten, alle vergissingsbombardementen. Zou je niet gaan twijfelen aan het goed recht om Hitler te verdrijven?
Bestuurslid Douwe Slot schetst hierna enkele belangrijke geestelijke gevolgen van de aanslagen door Hamas.
Gebed om licht
Laten we zeker ook bidden om recht in deze tijden. Voor ieder die werd aangevallen
èn voor de terroristen die dat deden. Messiasbelijdende Joden verkeren in zware
tijden. In appgroepen komen namen voorbij van gesneuvelde soldaten uit hun midden. Wat een open wonden.
Laten we tegelijk bidden voor Palestijnse christenen. Het is Gods verlangen dat scheidingsmuren vallen. Dat alle volken toegang krijgen tot de zegeningen van Gods genadeverbond met Abraham. Laten we bidden dat het goede nieuws van kerst een lichtlicht zal zijn in alle duisternis. Misschien dat dit licht nu extra gaat opvallen. Want ook een sterk leger zal Israël geen echte en blijvende vrede kunnen geven. Dat kan alleen de Vredekoning. En het gebeurt als mensen van hun voetstuk komen en de nederige Koning als Zoon van God aanbidden. Zoals het Joodse meisje Mirjam zong op de adem van de Geest:
51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, 52 heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. 53 Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. 54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’
[Lucas 1:51-55]
*.* Gevolgen aanslag Hamas
Ook relaties van Yachad hebben te maken met allerlei gevolgen van de aanslag die Hamas pleegde op 7 oktober. Opvallend is de oppervlakkigheid waarmee velen reageren op de humanitaire effecten van Israëls verdediging in Gaza. Oppervlakkig, omdat bijna niemand zich voor 7 oktober bekommerde om de beroerde toestand van de Gazanen onder het “gezag” van Hamas. De publiciteitsoorlog die nu is ontstaan kent vele eenzijdigheden. Het is óók een aanslag op al het werk dat is gedaan tot bevordering van vrede en doorwerking van het Evangelie. Messiasbelijdende Joden zijn in een nog lastiger situatie gekomen, ook omdat heel wat mensen als reservist in het leger zijn opgeroepen. Intensieve voorbede voor allen die doorgaan om in deze omstandigheden verwachtingsvol te blijven over Gods doorgaand werk is zeer gepast. Zowel Arabische christenen als Messiasbelijdende Joden zijn sterk ontmoedigd bij hun inspanningen tot verzoening en onderling begrip. Moge hun hoop gevestigd blijven op het werk van Messias Jezus, ook al kunnen we Zijn beleid hierin niet doorgronden!
Yachad stichting
Yachad bestuur en Raad van Toezicht en Advies waren teleurgesteld dat alle inspanningen om een nieuwe gemeente te interesseren voor het werk op niets uitliepen. Tegelijk ziet het bestuur ook duidelijke kansen. Allereerst is aan de lopende Synode in nauw overleg met de kerkenraad van Ommen-West het indertijd door een GKv synode aan Ommen/Yachad gegeven mandaat voor de relatie met het Joodse
volk, aan de lopende synode van Deventer teruggeven. Met het dringende verzoek om een nieuwe “kerkelijke voorziening” hiervoor te treffen. Daarbij is samen met de Theologische Universiteit voorgesteld enkele personen aan te stellen voor een verkenning van een structurele relatie van de NGK met het Centrum voor Israël Studies (Christelijk Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Zendingsbond en Christelijke Hogeschool Ede). Het CIS is al lang een partnerorganisatie van Yachad. Ondertussen heeft Yachad Stichtingsstatuten gedeponeerd, zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vacatures ingevuld. Er zijn allerlei acties gaande tot behoud van rekeningnummers (bij de Rabobank) en ANBI status. Het bestuur stelde br. Henk Boxum aan als penningmeester. Als Stichting is Yachad voornemens bestaande samenwerkingen te intensiveren, ook in Israël.
IMJP versterkt werk in Nederland en Vlaanderen
Begin 2024 krijgt Asaf Pelled een Nederlandse collega die met hem samenwerkt in de relaties met Joden. Dat lijkt ook de urgentie te vergroten om ook in Nederland een afdeling van IMJP op te richten. Yachad nam daarvoor begin dit jaar het initiatief en reserveerde een flink bedrag om deze oprichting mogelijk te maken. Het overleg met IMJP daarover kende evenwel enige lastige punten, waarover overigens goed is doorgesproken. IMJP Nederland zal een afdeling van IMJP Internationaal worden en daarmee minder zelfstandig zijn dan oorspronkelijk beoogd. Naar verwachting krijgt het initiatief binnen niet al te lange tijd meer vorm en we houden u daarvan via de nieuwsbrief op de hoogte.
Douwe Slot
*.* Waar Yachad aandacht voor vraagt in de gefuseerde NGK
Nu de GKv en de NGK zijn gefuseerd tot de Nederlandse Gereformeerde Kerken, willen we in de herenigde kerk graag de band met het Joodse volk op de agenda zetten. We zien daartoe verschillende mogelijkheden:
Bezinning op onze verhouding met het Joodse volk. De Messias kwam allereerst naar de verloren schapen van Israël. Paulus trok die lijn door: het evangelie is eerst voor de Jood, dan voor de Griek. Hoe geven we daar in de NGK gestalte aan? God heeft zijn volk niet verstoten zegt de apostel Paulus. Openbaring eindigt met het visioen van het nieuwe Jeruzalem dat neerdaalt uit de hemel, bij God vandaan. Op de poorten van het nieuwe Jeruzalem staan de namen van de 12 stammen van Israël. Door die poorten gaan de volken binnen. Tot in eeuwigheid blijft zichtbaar hoe heidenvolken mogen delen in het genadeverbond dat God met Abraham sloot. Over die bezinning op onze verhouding met het Joodse volk gaat ook de bijdrage van Ruud ter Beek die in deze Nieuwsbrief is opgenomen.
We stellen de synode van Deventer 2023 voor om als NGK te gaan samenwerken met het Centrum voor Israëlstudies (CIS; zie www.centrumvoorisraelstudies.nl). Dit centrum is een samenwerkingsverband van deputaten Kerk en Israël van de CGK (www.kerkenisrael.nl), de Gereformeerde Zendingsbond (PKN) en de Christelijke Hogeschool Ede. Het CIS heeft permanent een Israëlwerker in Jeruzalem gestationeerd, die op aller wijze contacten ter plaatse onderhoudt. We vragen aan de synode van Deventer om een verkenner aan te stellen. Ook de Theologische Universiteit Utrecht gaf aan hieraan mee te willen werken.
Verder willen we aandacht vragen voor Joodse christenen in onze eigen kerken. Het is hun volste recht om aandacht te vragen voor hun Joodse identiteit. In het verleden is dat vaak weggedrukt en werden Joodse christenen geacht zich volledig aan te passen aan de praktijken van christenen uit de volken.
Ook vragen we blijvende aandacht voor de relatie van de NGK tot het Joodse volk. Zien we een roeping tot gebed? Zien we mogelijkheden om bij te dragen aan het hooghouden van de naam van Jezus onder het Joodse volk?
We gaan kijken hoe we ons werk bekendheid kunnen geven in de volle breedte van de NGK.
Jan-Henk Soepenberg
*.*
In oktober 2023 plaatste Ruud ter Beek een bijdrage in het Themanummer van het magazine Onderweg over de Joodse wortels van de Bijbel (Onderweg, Jaargang 9, 6 oktober 2023). Ruud ter Beek is lid van de Raad van Advies van Yachad en al vele jaren betrokken bij het Joodse volk, eerst via Stevaj, later via Yachad. Op heldere wijze geeft hij aan voor welke uitdagingen de NGK staan.
Bezinning op onze verhouding met het Joodse volk
We vormen een bescheiden uithoek in de christelijke diaspora, ver van
Jeruzalem. Komt het misschien daardoor dat we de laatste honderd jaar het besef zijn kwijtgeraakt van onze naaste verwantschap met Israël? De NGK ‘doen’ niet kerkbreed aan Israël. Ik vind dat onnodige armoe en een beschamend gemis.
We kunnen er niet omheen. God concentreerde zich eeuwenlang op de kinderen van Abraham, Isaak en Jakob, het volk Israël. Hij woonde in Jeruzalem, de stad van David. Hij sprak door Israëls profeten en dichters. De boeken van het Oude of Eerste Testament hebben zijn woorden vastgelegd. Volg je het spoor terug vanaf de kusten van de Noordzee, dan kom je uit bij de eiken van Mamre. Het Oude of Eerste Testament is de bijbel van Israël: Wet, Profeten en Geschriften, TeNaCH met de Hebreeuwse afkorting. We volgen er het verhaal van God en onze voorouders. Hun verhaal is het eerste en grootste stuk van het levende Woord van God. Israël is niet overleden, misschien wel bijna, maar het volk Israël leeft voort in het Joodse volk!
Joodse man
Jezus, onze Heer, heeft een Joodse moeder, Mirjam (in het Grieks: Mariam, vanuit het Hebreeuwse Mirjam, red.). Door haar is Gods Zoon mens geworden. Mens? Een Joodse man, vanuit de hemel gestuurd naar zijn mede-Israëlieten. Hij groeide op in Nazaret en zocht gehoor in Jeruzalem. Bij zijn vertrek naar de hemel stuurde Hij zijn leerlingen naar de Israëlieten in de diaspora. Onderweg raakte zijn boodschap ook niet-Joden. Het christelijk geloof begon als een richting binnen het jodendom. Buitenstaanders hadden het over een ‘joodse sekte’. De lessen en wonderen van Jezus zijn doordrenkt van hun Israëlitische achtergrond. Een simpel voorbeeld. Als Jezus met zijn leerlingen kort voor zijn dood voor het laatst Pesach viert met de leerlingen, wijst Hij bij het brood dat gebroken wordt en bij de ‘beker der dankzegging’ op zijn dood. Hij zegt bij de beker: ‘Denk elke keer als je de beker drinkt aan Mij.’ Als je weet bij welke gelegenheid Jezus dit zegt, besef je dat ‘elke keer’ betekent: elke keer dat je Pesach viert.
Nieuwe soort
Ook het Nieuwe of Tweede Testament is een Joods boek. We lezen er over de eerste niet-Israëlieten die zich bij Jezus aansluiten. In Antiochië ontstaat een gemengde gemeente met Joden die onjoodse dingen deden en niet-Joden die tot joods-achtige praktijken kwamen. Het leek wel een nieuwe mensensoort. De mensen bedachten een nieuwe naam: ‘christianen’ (inmiddels in het Nederlands ‘christenen’). Antiochië
werd de stagegemeente voor de Joodse apostel Saulus. Als Paulus kreeg hij een grote uitstraling onder de volken van Europa. Het perspectief van de Joodse gelovigen domineert ook in het Nieuwe Testament. Ze lopen tegen de vraag aan hoe ‘Joods’ de niet-Joodse medechristenen zich moeten gedragen. Wat zouden ze aan Joodse gewoonten en praktijken moeten overnemen als ze christen worden? Voor Joden is het contact met niet-Joden aan regels gebonden. Volgende vraag: welke contactregels vervallen er in een gemeente met Joodse en niet-Joodse gelovigen? En: hoe voorkom je dat gelovigen uit de volken het gevoel krijgen dat ze
gasten, vreemdelingen, buitenstaanders of tweederangs leden zijn? Vragen die heftige botsingen en felle discussies veroorzaken.
Aantrekken en afstoten
Vanaf de vierde eeuw groeien kerk en Israël uit elkaar. De meerderheid van de gelovigen is afkomstig uit de volken. Er volgen tijden van toenadering en van conflict. We zien allerlei patronen in de christelijke wereld. Antisemitisme en vervolging: Joden zijn een gemakkelijke zondebok. Respect voor de Hebreeuwse erfenis en de vraag om onderwijs. Liefde voor het Joodse volk als ‘oudste broer’ en drang om het Evangelie te verkondigen. Daarnaast ongemak met Joodse christenen binnen en buiten de kerken. De laatste jaren zien we ijver voor een nationaal tehuis voor het Joodse volk. Afschuw en bewondering voor de in 1948 gestichte staat Israël. Hulp aan Joodse vluchtelingen en overlevenden om zich daar te vestigen. Berouw over christelijke verdrukking van Joden, helemaal na het ontstellende nazi-geweld. Bescheiden aanzetten tot onderlinge kennismaking en dialoog. Betrokkenheid op christelijke bewegingen onder Joden, theologie door christelijke Joden, messiasbelijdende gemeenten in Israël. Verlangen naar eenheid van joden en christenen in het ene lichaam van Christus. We leven in een sociale en geestelijke werkelijkheid zoals we nog niet eerder hebben meegemaakt. Scheidingsmuren zijn laag en ramen staan open. Wij weten van Joden. Joden weten van christenen. Islamieten vestigen zich op het noordelijk halfrond. We wonen met elkaar in één ruimte. Gelovigen – van welke belijdenis ook – worden een minderheid. We kunnen niet zonder overleg en verdraagzaamheid. Maatschappelijke vrede kan alleen maar een gezamenlijke keuze zijn.
Hinder
Sinds kort hebben de GKv en de NGK elkaar weer gevonden. In onze boezem huizen uiteenlopende ideeën over de connectie van de kerk met Israël en hoe je die vormgeeft. Joden maken deel uit van de Nederlandse samenleving. Israël is onderdeel van onze actuele politieke werkelijkheid. Maar – dat is mijn ervaring – het Joodse volk ligt voorbij onze geestelijke horizon. Dat moet wel hinder opleveren voor het geloof, voor het kerkelijke leven, voor de beoefening van de theologie, voor onze maatschappelijke betrokkenheid (denk aan onze weerbaarheid tegen antisemitisme). We krijgen steeds meer oog voor de fouten die we in dit opzicht in het verleden gemaakt hebben. Ook dat vraagt langzamerhand om verheldering van onze kerkelijke en theologische positie als het gaat om Israël of het Joodse volk.
Bezinning
Ik pleit daarom voor brede en frisse bezinning van de kerken op onze verhouding met het Joodse volk. Op de agenda kan bijvoorbeeld komen te staan:
– het evangelie (helpen) hooghouden onder het Joodse volk als werk van dankbaarheid, als erezaak en als kwestie van broederliefde en steun bieden aan onze Joodse broeders en zusters, in Nederland en in Israël;
– bevorderen van een goede verhouding tussen het Joodse en niet-Joodse deel van het lichaam van Christus;
– rekenen met Israël in onze exegese, hermeneutiek, christologie, ecclesiologie, homiletiek, missiologie en oecumene;
– dialoog met de Joden in Nederland en ons samen met hen inzetten voor de bestrijding van antisemitisme.
Ruud ter Beek
Emeritus predikant NGK Leusden
Lid Raad van Advies Yachad Chanoeka
Dit jaar vierden de Joodse mensen wereldwijd het feest van Chanoeka, 7 dagen lang, van 8 tm 15 december en werd de bijpassende kandelaar met 8 armen en een aanstekerkaars aangestoken. Elke dag een kaarsje erbij, totdat alle 8 kaarsen brandden. Op woensdag 13 december rond een uur of 17.00 werd in Groningen, bij de synagoge in de Folkingestraat een heel grote Chanoekia aangestoken op straat. Rabbijn Spiero stak ze ritueel aan en de orthodoxe Joodse gemeente van Groningen en omgeving was daar bij. En er waren veel meer belangstellenden om ook de joodse gemeenschap te bemoedigen. Het was heel feestelijk en gezellig en indrukwekkend om er bij te zijn. Zie voor een indruk onderstaand filmpje gemaakt door oud bestuurslid Rein Visscher. We hebben met verschillende joodse mensen kunnen spreken, vertelde hij.
Chanoeka is het Joodse lichtjes- of inwijdingsfeest. Na de tijd van het Oude, eerste Testament, in de tijd tussen het Eerste en het Nieuwe, tweede Testament is het feest voor het eerst gevierd. In het jaar 164 voor Christus hadden de Grieks sprekenden de tempel ontwijdt door dieroffers van onreine dieren te offeren. Judas, een priesterzoon, bijgenaamd de Makkabeeër, de hamer, heeft toen met een groep strijders de Grieks sprekenden verslagen en de tempel opnieuw gewijd. Acht dagen duurde die grote schoonmaak en al die tijd brandde de kandelaar uit de tempel op één kruikje heilige olie. Eigenlijk was er maar olie voor 1 dag branden, maar door een wonder bleven de lampen toch branden tot de tijd dat de tempel schoon en her ingewijd was. De afgodsbeelden moesten eruit en er moest een nieuw altaar worden gebouwd, de Grieks sprekenden hadden een varken op het oude geofferd.
Het wordt ook wel het Joodse lichtjesfeest genoemd omdat Joden de kandelaar vaak voor het raam zetten, licht in een duistere wereld. En daarmee lijkt het wel wat op kerstfeest, waarin we ook gedenken dat Christus het licht voor de wereld is. En Chanoeklaas wordt ook gevierd met cadeautjes en lekkers. Joden vieren immers geen Sinterklaas en Kerst, dat zijn Christelijke feesten, maar toch zijn er met Chanoeka pakjes voor de kinderen.
Joodse mensen hebben dus 2 kandelaren om mee te vieren en te gedenken, de 7 armige kandelaar, het symbool van de Joodse staat, deze stond oorspronkelijk in de tempel. En de 8 armige kandelaar, de Chanoekia, van het Joodse inwijdingsfeest.
cmp