Het Nederlands Dagblad (14 mei 2016) besteedde aandacht aan het 30-jarig bestaan van Yachad en haar voorlopers (Stevaj en Bat Tsion-commissie).

Redacteur Gerald Bruins stelde me een aantal vragen over de evangelieverkondiging onder de Joden en de moeizame relatie met onze kerken (de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt). In dat korte interview zeg ik het volgende: ,,Vorig jaar sprak de synode uit dat er geen apart Israëldeputaatschap komt, want de Joden zouden eenzelfde plaats innemen als Eskimo’s en Papoea’s. Dat vinden wij niet. Wij hebben dezelfde God, hetzelfde Oude Testament – Israël is onze oudste broer.”

Hierop reageerde de voorzitter van de synode van Ede 2014-2015, ds P.L. Voorberg. In het Nederlands Dagblad (25 mei) geeft hij aan wat ik gezegd heb een ,,lelijke beschuldiging aan een synode” te vinden, die ,,haar uiterste best heeft gedaan aan de wensen van Yachad tegemoet te komen”. Volgens Voorberg heeft de synode helemaal niet Joden en Eskimo’s op een lijn gesteld, en is de synode juist meegegaan in de wens van Yachad voor een breder draagvlak voor evangelieverkondiging onder het joodse volk, door het advies te geven aan te sluiten bij Gkv-mission.

Als Yachad wilden we daar graag een weerwoord op geven, maar helaas wilde het Nederlands Dagblad dat niet opnemen.

Toch voelen we de behoefte om te reageren en ons gevoel kenbaar te maken, omdat we als organisatie juist van mening zijn dat de synode helemaal niet zijn uiterste best heeft gedaan aan de wensen van Yachad tegemoet te komen.

Dit is ons weerwoord:

Op de onlangs gehouden Yachad-Israëldag  in Ommen konden we o.a. luisteren naar de inspirerende verhalen van Kid Lev Ari en Asaf Pelled, twee Joden die door Gods genade ook christen zijn geworden.

Een van hen vertelde in de wandelgangen hoe kenmerkend voor de GKv hij het besluit van de Generale Synode Ede had gevonden om geen deputaatschap Kerk en Israël in te stellen, en zeker ook het massaal ontbreken van protest uit de kerken daarna[1].

Daarom mogen we nu niet zwijgen over de draai die de voorzitter van die synode, ds P.L. Voorberg aan het genomen besluit geeft (ND 25 mei 2016), alsof de synode de zaak van de evangelieverkondiging onder het joodse volk zeer ter wille is geweest en een grote dienst heeft bewezen. Dat is namelijk absoluut niet het geval.

We vinden het niet mooi om te noemen, maar letterlijk is ter vergadering gezegd dat het niet uitmaakt of je het evangelie verkondigd aan Eskimo’s, Papua’s of Joden. Ook is de suggestie gewekt dat het werk onder Joden misschien belangrijk is voor een aantal hobbyisten uit Ommen, maar toch zeker geen taak voor onze kerken gezamenlijk. Er is zelfs geprobeerd theologisch te duiden dat de Joden nu geen bijzonder volk meer zijn, en daarom ook geen bijzondere aandacht meer verdienen van de kerken.

Ondanks dat de Yachad-afvaardiging ter synode benadrukte dat het naar Joden niet uit te leggen is, dat het gesprek en getuigenis over de Messias met en aan hen, op een lijn geplaatst wordt met de missie aan andere volken, heeft de synode daar toch toe besloten.

Wij kunnen de weigering tot het instellen van een specifiek deputaatschap Kerk en Israël, zoals gebruikelijk is in vele andere kerken van gereformeerde gezindte, daarom niet anders duiden dan dat het voor de GKv niet uitmaakt of je te maken hebt met Joden of heidenen.

Hoe langer we er over nadenken, hoe onbegrijpelijker we het vinden, dat in onze kerken het verbond altijd een centrale rol heeft gespeeld, en dat bij vele dopelingen Psalm 105:5 is gezongen, maar waar dat blijkbaar niet meer geldt voor het volk tegen welke die woorden oorspronkelijk gesproken zijn.

Aanvullend kan nog gezegd worden dat wat door individuele leden gezegd wordt tijdens een synode natuurlijk niet op een lijn staat met het besluit van een synode.

Maar de genoemde (wat ons betreft schokkende) uitspraken tijdens de (openbare zitting van de) synode, zijn door andere afgevaardigden niet weersproken, en bepaalden voor een belangrijk deel de sfeer en teneur van de vergadering.

En als je objectief kijkt naar het advies dat de synode gaf: aansluiten bij, onderdeel worden van de brede Gkv-zendingsorganisatie Mission, dan is dat praktisch en principieel toch precies wat ik in het interview in het Nederlands Dagblad heb gezegd: dat het voor de synode (blijkbaar) niet uitmaakt of je zending bedrijft onder Eskimo’s en Papua’s of van het evangelie getuigt onder het joodse volk?!

Emmen, 31 mei 2016

Jan Haveman – voorzitter Yachad

[1]    De enige uitzondering hierop die ons bekend is, is het protest van dr E.A. de Boer in het blad Onderweg van 7 februari 2015, onder de titel ‘Heeft Israël prioriteit?’. De Boer noemde het besluit van de synode ‘verbijsterend’.