Leviticus 23:15-17

De Joodse kalender zit bijzonder in elkaar.Daar is zeer goed over nagedacht, door de God van Abraham, Isaak en Israël! Jammer dat we als kerk ervan zijn afgestapt…

Het zit vol vooruitwijzende symboliek. Alles van Pesach wijst zo precies en prachtig op Jezus Messias – het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt.

Ik focus op het Wekenfeest, het Joodse Sjavoeot (betekent: weken), dat dit jaar op zaterdagavond 11 juni a.s. begint. Veel minder bekend, maar ook met prachtige vooruitwijzende symbolen. (Overigens ons woord Pinksteren komt van het Griekse pentecosta, dat vijftigste betekent).

Je leest er makkelijk overheen, zeker in de NBV, dat eerste vers van Handelingen 2:

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak…  Er staat werkelijk: Toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd… (HSV) Vervuld… – vol spanning en verwachting waren die dagen na Pesach bijgeteld. Tot de vijftigste dag zou aanbreken.

Zoals in Leviticus 23 is bepaald: U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken (sabbatten) zullen het zijn… (HSV)

Dat tellen wordt de omer-telling genoemd. Omer is een bepaalde maat, de maat waarmee de Israëlieten tijdens de woestijnreis tussen Egypte en het beloofde land de dagelijkse hoeveelheid manna moesten afmeten, ongeveer 1500 gram (Exodus 16:16). Al heel lang zeggen ze nu in de Synagoge op de tweede avond na het beweegoffer: ,,vandaag is het één dag van de omer”. En de volgende dag: ,,vandaag is het twee dagen van de omer.” Enz… En dan is het eindelijk zover: de vijftigste dag is vervuld!

Nog zo’n mooi detail: het tellen begint op de dag na de sabbat van het beweegoffer…

Weet je welke dag dat is? In Handelingen 2 gaat het dan om de zondag waarop onze Heer als eersteling uit het graf is opgestaan!

Nu is het de vijftigste dag erna, en wordt op de dag na de sabbat de Pinksterdag vervuld, wordt de belofte waargemaakt, wordt de Geest uitgestort. Op die vijftigste dag werd o.a. een graanoffer aangeboden aan de HERE; twee broden worden omhoog geheven als gave voor de HERE uit de eerste opbrengst van de nieuwe oogst.

Sjavoeot is ook een oogstfeest. De oogstperiode werd na zeven weken van zeven dagen afgesloten (zeven is een heilig getal). Daarom wordt bij het wekenfeest de Synagoge versierd met bloemen. In Deuteronomium 16:9v lees je dat het een vrolijk en dankbaar feest is – zo uitbundig als uw vrijwillige gaven het toelaten, naar de mate waarin de HERE uw God u zegent.

En het verhaal van Ruth wordt gelezen – die niet-Jodin, die tot geloof komt in de God van Israël, en zegt: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.

En is Pinksteren ook geen oogstfeest? Moet dan niet de oogst worden binnengehaald van de graankorrel die in de aarde is begraven, maar vervolgens duizendvoudig vrucht draagt?! Moet dan niet geoogst worden wat Jezus met het geven van zijn lichaam in de dood en zijn opstanding daarna, heeft bereikt – de velden zijn toch wit om te oogsten?!

Kijk naar wat er op die Pinksterdag in Jeruzalem gebeurt: dat de Geest gaat werken, en dat er duizenden Joden tot geloof komen in Jezus als hun Messias. De oogst wordt binnengehaald, en wat een geweldige opbrengst.

Wat een zegen – zeker ook na bijna tweeduizend jaar nog, als je ziet en hoort waar de blijde boodschap van redding door het geloof in Redder Jezus is geloofd en aanvaard. Dat er wereldwijd nog nooit zoveel christenen zijn geweest als in deze tijd! Machtig werk van Gods Geest!

De Pinksterdag wordt vervuld. Lucas gebruikt dat woord niet per ongeluk. Tijdens sjavoeot werd aan meer gedacht dan de oogst. Op het wekenfeest werd ook stilgestaan bij het moment dat JHWH zijn verbond sloot met zijn volk bij de berg Sinai. Daarom wordt in de Synagoge ook Exodus 19 en 20 gelezen.

In de derde maand na de uittocht uit Egypte (dat is ook ongeveer na zeven weken van zeven dagen!), ontvangt het volk de Thora, Gods heilige wet, gegraveerd op twee stenen tabletten. God heeft zijn volk in vrijheid gebracht, maar wil het nu richting wijzen, wil dat het volk vrij blijft – daarom die leefregels.

Bevrijding uit het diensthuis, de slavernij van de zonde, is geen doel op zich – de bedoeling is dat je daarna met God gaat leven. Sjavoeot, het wekenfeest, ons Pinksterfeest, laat je dus zien wat de zin van het leven is: dat er een direct en nauw verband is tussen Pasen en Pinksteren: God brengt mensen bij hun bestemming.

Het gaat niet alleen om het feit van de bevrijding, maar ook om het je toe-eigenen ervan, dat je weet dat het ook voor jou is.

Zo is deze vijftigste dag de vervulling van Pesach.

Heel bijzonder en opvallend zijn dan ook de gebeurtenissen op die Pinksterdag in Jeruzalem: je ziet tekenen die direct herinneren aan het moment dat JHWH zijn verbond heeft opgericht: het geluid van de wind doet denken aan de storm die er was op de berg Sinai; en de vuurvlammen aan de bliksemstralen die het volk zag toen God ging spreken – zo verschijnt Godzelf op het Pinksterfeest en vormt Hij opnieuw een volk dat aan Hem gewijd is!

Tegelijk ontdek je zo ook het verschil. Zoals de Hebreeën zegt: u hebt niet, zoals het volk destijds, voor een laaiend en alles verzengend vuur gestaan, of in een dreigende duisternis en woeste wind… (…) Nee, u staat voor de Sionsberg, voor de stad van de levende God… (12:18v)

Er is met Pasen, dankzij het offerlam van Christus, veel veranderd! Ook in die zin is er vervuld. De afstand is weg. De angst is weg. God is nabij gekomen – Immanuel, God met ons. Ja, door de Geest zelfs: God in ons!

Het huis waar de volgelingen van Jezus bijeen zijn wordt vervuld met wind. Tongen van vuur zetten zich op ieder van hen. Er is een nieuw begin, een nieuw verbond – nu voor alle volken, wereldwijd.

De Geest werkt met kracht: Hij zal de wet maar niet op stenen tafels graveren, maar in de harten van mensen schrijven!

Vervulling van de profetie van Jeremia (31:33,34) (…) Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal Ik hun God zijn en zij mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven onderwijzen met de woorden: ‘Leer de HERE kennen’, want iedereen, van groot tot klein, kent Mij dan al – spreekt de HERE. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.

Dat is de heerlijkheid van nu. De heerlijkheid na het lijden, sterven en opstaan uit de dood van onze Heiland Jezus Christus: er is volkomen verzoening. De heerlijkheid van de Geest die het geloof in ons legt en werkt, dat we beseffen tot in het diepst van ons bestaan dat we deel hebben aan Christus, dat wij met Hem gestorven zijn en opstaan in een nieuw leven.

En wat gunnen we die heerlijkheid ook onze oudste broer, Gods oude volk. Vergeet niet dat de eerste christenen Joden waren! Maar het lijkt wel dat hoe verder het evangelie door Gods Geest de wijde wereld introk, hoe groter de afstand werd tot het Joodse volk.

Er kwam een bedekking op hun hart – en het is ons diep verlangen dat God die bedekking wegneemt, en dat nog velen van hen Jezus erkennen als hun Messias.

Daarvoor zet Yachad zich in, net als zijn voorlopers Stevaj en Bat Tsion, en we hopen dat met uw steun nog lange tijd te kunnen doen.

Jan Haveman, voorzitter Yachad