D.V. zondagavond 16 oktober 2016 begint Soekoth.
Soekoth, ofwel het Loofhuttenfeest, wat is het eigenlijk voor een feest?
Het Loofhuttenfeest is het laatste feest in de rij van 7 Bijbelse feesten. Samen met Pesach (Pascha) en Shavuoth (het Wekenfeest) door God ingesteld als belangrijkste feesten tot een altoosdurende inzetting (Deut. 16:16).
Dat de aandacht voor de oude feesten toch wel wat naar de achtergrond is geraakt, is mede een gevolg van het volgen van de Romeinse kalender in de vierde eeuw, waardoor deze feesten niet meer gelijk lopen.
Toch hebben deze oude Bijbelse feesten voor de christelijke kerk nog steeds hun betekenis niet verloren. Ze geven een extra diepgang aan ons geloof.
Het loofhutten feest is het laatste oogstfeest. Het hoogtepunt van alle jaarlijkse feesten. Het is het zevende feest, wordt gevierd in de zevende maand en het duurt zeven dagen!? Het is een feest vol vreugde: ‘Gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de Here, uw God, zeven dagen lang’ (Lev. 23:40). Net als de andere feesten verwijst dit feest naar twee gebeurtenissen. Aan de ene kant is het een oogstfeest. Het werd ook wel ‘Feest van de inzameling’ genoemd. Als dit feest begint is de inzameling van de oogst voorbij. Daarom is het feest, tot eer van God, de Gever van al die goede gaven. Ook is het een feest om te gedenken en ter bezinning.
Tijdens het zeven dagen durende feest moet er in hutten geleefd worden, bedekt met loof (Lev. 23:42,43). De betekenis hiervan is de herinnering aan de reis door de woestijn naar het beloofde Land. Het zicht naar boven op God is van fundamenteel belang, daarom moet ook de sterrenhemel zichtbaar blijven door het loofdak. God, die Israël door de woestijn heeft geleid en beschermd. Die er steeds voor het volk was. Tevens een feest van bezinning: Israël, U bent nog steeds onderweg. U bent geen burger van deze wereld, maar U bent onderweg naar een toekomst met God.
En is dít nu juist niet, wat ook voor ons geldt? Ook wij leven in tenten, als bijwoners en niet als ‘wereldburgers’, ook wij moeten het zicht houden op God en het verlossingswerk van Zijn Zoon, ook voor ons geldt de betekenis van dit feest: God loven en prijzen om Zijn zorg in ons leven. Hem danken voor alles wat hij geeft. Tot bezinning komen, dat we onderweg zijn.
De loofhut is een provisorisch, tijdelijk onderkomen. Dat zegt ons, dat het leven een doortocht is.
In de Bijbel gaat het om de uittocht uit het slavenhuis, de doortocht door de woestijn en de intocht in het beloofde land. Nieuwtestamentisch gezien: de uittocht uit het slavenhuis van de zonde, de doortocht door de woestijn van het leven en de intocht in het beloofde land: de nieuwe aarde.
Een belangrijk ritueel tijdens het feest is het zwaaien met de loelav. De loelav (Lev.23:40, 41) is samengesteld uit 4 soorten boomproducten: een palmtak, 3 mirtetakken, 2 takken van beekwilgen en een etrog, dit is een vrij grote en heel geurige citrusvrucht. Onder het uitspreken en/of zingen van het hallel (de psalmen113 t/m 118) wordt de loelav naar de vier windstreken, naar boven en beneden, voor- en achterwaarts gezwaaid. Hiermee wordt in vreugdevolle lofprijzing en aanbidding van God aangegeven dat de vruchten van de gehele aarde aan God toebehoren en uit zijn hand ontvangen worden.
In de tijd van de tempeldienst vonden nog twee belangrijke ceremoniën plaats: de waterceremonie en de lichtceremonie. Tijdens het feest werd er water geput uit de bron van Siloam, onder aan de oude stad van David. Van deze bron was bekend, dat het water levengevend was en genezende kracht had (zie ook Joh. 9:7 en 11). Dit water werd naar boven gebracht, naar de top van de tempelberg. Daar werd het water op de laatste dag van het feest uitgegoten aan de voet van het brandofferaltaar. Hiermee werd aangegeven en erkend, dat God de Gever was van het water, dat leven en oogsten mogelijk maakte.Op de dag van de uitgieting van het water ging het volk met fakkels naar de tempel. Het licht van de fakkels symboliseerde het zonlicht, dat God gaf voor de groei van de gewassen.
Op de laatste dag, de Grote Dag van het feest, stond Jezus op en zei: ‘Indien iemand dorst heeft hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zei Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden. Want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was (Joh. 7:37-39).
Jezus zegt dus eigenlijk: ‘waar jullie van zingen en over juichen, dat ben IK. Ik ben de bron van levend water, zoals de profeet Jesaja al heeft laten doorschemeren. Wie dit water drinkt, zal nooit meer dorst hebben. Een dan: ‘Ik ben’ is de Naam van God. De waterceremonie is dus een voorafschaduwing van de vervulling met de Geest.
De andere twee belangrijkste feesten, Pesach met het Eerstelingenfeest en Shavuoth hebben alles te maken met het verlossingswerk van Christus. Immers op de eerste dag van het Pesachfeest werd Hij verraden en gevangengenomen, waarna hij werd gekruisigd. Op de eerste dag der week tijdens dit feest, dat is het Eerstelingenfeest, is Hij opgestaan als Eersteling. Op Shavuoth, het Wekenfeest, heeft Hij zijn Geest uitgestort. Op welk feest zou Hij geboren kunnen zijn? In ieder geval niet op kerstmis. Dit feest heeft een heel andere achtergrond. Hoogstwaarschijnlijk is Jezus rond of op het Loofhuttenfeest geboren. Uit bewaard gebleven dienstroosters is af te leiden, wanneer de verschillende afdelingen van de priesters dienst hadden. Op grond daarvan is uit te rekenen wanneer Zacharias dienst had en wanneer Elisabeth zwanger werd en hun zoon Johannes werd geboren. Drie maanden later werd Jezus geboren. Dit zou volgens de berekening ongeveer in de helft van de zevende maand zijn geweest: de tijd van het Loofhuttenfeest. Bovendien was dit voor de Romeinen de meest gunstige tijd om een volkstelling te houden. De oogst was voorbij en het werk ten einde. Er brak nu een tijd aan van rust.
Is het Loofhuttenfeest een christelijk feest? Jazeker! Het is immers het laatste oogstfeest. Het laatste Bijbelboek Openbaring toont ons het einde der tijden, als Christus wederkomt en de grote oogst wordt binnengehaald. Openbaring 14 vertelt, hoe God zijn engelen uitzendt om de sikkel te slaan in de oogst, die rijp is geworden.
Aan het einde van de oogst wordt een maaltijd aangericht: het bruiloftsmaal van het Lam. De Grote (laatste) Dag van het Loofhuttenfeest breekt aan, als de twaalfduizend uit alle twaalf stammen van Israël – samen 144.000 (de volheid van Israël) en de schare die niemand tellen kan (de volheid der heidenen) samen als geheel Israël binnengaan (Openb. 7)
Zo verschijnt geheel Israël – de gelovigen uit het Joodse volk en op díe stam geënt de gelovigen uit de heidenen (Rom. 11; Ps. 87)– voor de troon van God en van het Lam om in het nieuwe Jeruzalem het eeuwige oogstfeest te vieren. En let op: het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel neerdaalt, heeft de vorm van een gigantische loofhut!
Dank aan God, die bij de instelling van de oude feesten dít al op het oog had. Dat doet ons nog meer verwonderd staan. Dankbaar mogen we zo als christen Loofhuttenfeest vieren!
Het zou een goede zaak zijn, dat ook wij, gereformeerden, meer aandacht zouden krijgen voor de oude Bijbelse feesten. Kennis van deze feesten geven een extra dimensie aan onze christelijke feesten.
yachad ondersteuning voor evangelieverkondiging aan het joodse volk
Rein Visscher –– Schildwolde